Story - Women Of Almere
Contentverzamelaar
Contentverzamelaar
(1952 - 2019)
- "Als u het voorstel van mijn regering accepteert, waarbij u wordt uitgenodigd om in vrijheid te leven, komt u te wonen in een nieuwe stad genaamd Almere in de Flevopolder." - Deze woorden waren gericht aan Alfredo, de echtgenoot van Alicia, die samen met 10 andere leden van de CEL vakbond (Comisión Ejecutiva Hidroeléctrica del Río Lempa) gevangen zat.
Een vertegenwoordiger van de Nederlandse overheid, vergezeld door een tolk, bezocht in mei 1984 de vakbondsleden in de gevangenis. Naast het voorstel liet hij hen ook informatieboekje zien over de geschiedenis van zijn land. Het meest indrukwekkende voor de groep gevangenen waren de foto's van de dijken en van de watersnoodramp van 1953, het historische jaar waarin door een storm honderden dijken werden verwoest, en de zee de kustdorpen binnendrong waarbij vele mensen en dieren de dood vonden.
De diplomaat probeerde de groep uit te leggen hoe de Nederlanders al honderden jaren proberen terrein te winnen op de zee, en hoe de stad Almere in een "polder" is gebouwd en veilig door dijken wordt beschermd. Vandaar het gezegde: God schiep de wereld en de Nederlanders schiepen Nederland.
Toen ik Alicia eind 2017 interviewde en haar foto's nam, grapte ze dat haar eerste reactie was -toen Alfredo haar verheugd over het voorstel vertelde dat ze in een stad konden gaan wonen die 5 meter onder de zeespiegel lag- dat ze niet goed kon zwemmen en dat ze niet wilde verdrinken!
In de tijd dat Alicia emigreerde, bevond haar land El Salvador zich midden in een burgeroorlog die duizenden mensen het leven kostte en waarbij er vele burgers vermist raakten. Schendingen van de mensenrechten van arbeiders waren aan de orde van de dag. De corruptie en militaire repressie brachten de vakbond, waar haar man bestuurslid van was, ertoe een nationale staking te organiseren op 21 augustus 1980 om te protesteren en een petitie in te dienen, vijf maanden na de moord op Monseigneur Romero. Om deze reden werden de 11 vakbondsleden gemarteld en zonder proces gevangen gezet.
Alicia en de andere vrouwen en familieleden wisten niet waar ze zich bevonden. "Daar begon mijn beproeving," zei ze. Toen ze me dit vertelde, kon ik me de angst die ze als vrouw en moeder moet hebben gevoeld maar al te goed voorstellen. De schrik, en het feit dat het leven van haar man in gevaar was. Het niet weten of hij nog leefde of niet. De martelingen die hij zou ondergaan. Ik wens dat niemand toe.
De week daarop vernam Alicia dat Alfredo gevangen zat in het hoofdkwartier van de Nationale Garde, dat de reputatie had dat niemand er levend uitkwam. De daaropvolgende vier jaar kreeg Alicia te de psychologische pesterijen van de gevangenisbewakers te verduren. Al deze gebeurtenissen hebben haar leven en dat van haar kinderen gemarkeerd. Als gevolg daarvan leed ze de rest van haar leven aan slapeloosheid, depressie en zenuwaandoeningen. Om nog maar te zwijgen over de fysieke en mentale gevolgen voor haar man tot op de dag van vandaag.
Met vier kinderen om te onderhouden, begon Alicia dubbele werkdagen als naaister te draaien. In haar jeugd had ze een aantal cursussen gevolgd op de kleermakersvakschool. Alicia is altijd een eenvoudige, intelligente en hardwerkende vrouw geweest, die, ook al zag haar vader er het nut niet van in zijn kinderen naar school te sturen, er toch in slaagde de basisschool af te ronden.
Alicia werd geboren op een boerderij in de provincie Santa Ana aan de voet van de Izalco-vulkaan, die bekend staat als de vuurtoren van de Stille Oceaan. De bodem is daar zeer vruchtbaar. Haar vader was er de beheerder. Ze groeide op, omringd door koffieplantages, deels bij haar ouders en broers en zusjes en deels bij haar grootmoeder. Haar karakter werd, zoals dat van veel Salvadoraanse vrouwen, gekenmerkt door haar menselijke warmte, haar gastvrijheid en haar zakelijke vaardigheden. Vrouwen die, ondanks het feit dat ze geen opleiding hebben, een groot vermogen hebben om bronnen en vormen van inkomsten te creëren om bij te dragen aan het levensonderhoud van het gezin.
Op 17-jarige leeftijd ontmoet Alicia Alfredo op een feestje, ze worden verliefd en trouwen uiteindelijk. Vanwege werk trekken ze naar de hoofdstad, San Salvador. Daar vindt ze werkt als naaister voor een dame die kleding leverde aan bepaalde winkels. Dankzij de zakelijke vaardigheden van Alicia breidde het bedrijf zich uit naar de provincies.
Hoe is Alice in Nederland gekomen?
Op 14 maart 1982, op het hoogtepunt van de burgeroorlog en tijdens de verkiezingen in El Salvador, bezochten vier journalisten van de Nederlandse televisie de gevangenis van Mariona om vakbondsleden te interviewen, waaronder de echtgenoot van Alicia. Ze wilden de mensenrechtenschendingen in het land aan de kaak stellen en aandacht vragen voor de omstandigheden waaronder de politieke gevangenen leefden. Drie dagen later, op 17 maart, werden de vier journalisten gedood bij een hinderlaag van het leger.
Twee jaar gingen voorbij voordat het voorstel van de Nederlandse regering werd ontvangen. Van de ene op de andere dag moest Alicia inpakken wat ze kon en werden zij en haar kinderen met de andere families begeleid naar het vliegveld. De logistiek was perfect en ze kwamen aan tegelijkertijd met de bus met de bevrijde vakbondsleden. Dat spannende moment van het weerzien en het begin van een nieuw avontuur was onbeschrijfelijk
De groep Salvadoranen, bestaande uit 45 personen (volwassenen en kinderen), werd naar het Asielzoekerscentrum in Apeldoorn gebracht. Alicia was onder de indruk van het prachtige bos achter haar nieuwe woonplek. Het was herfst en de bodem was bedekt met verschillend gekleurde bladeren, iets wat ze nog nooit eerder had gezien. Die eerste winter van 84/85 was er een van historisch lage temperaturen en voor Alicia en haar familie in het bijzonder moeilijk omdat ze nog nooit temperaturen onder de nul hadden gevoeld. Het was ook de eerste keer dat ze sneeuw zag en voorzichtig moest lopen om niet uit te glijden.
Op 9 januari 1985, toen Alicia zwanger was van haar vijfde kind, ontvingen alle families de sleutels van hun huis en werden ze in verschillende wijken in Almere Haven ondergebracht. Ze waren verrast door de rust, de stilte en de discipline in Nederland. Voor het huis was er een grasveld wat ideaal was voor de kinderen en er was een bos achter het huis waar je kon wandelen. De school en een kleine supermarkt waren in de buurt. En er was al een buslijn die je naar Almere Centrum bracht, waar het station nog niet bestond en er alleen het stadhuis en enkele winkels waren. Voor de rest was er 'zand'.
Dankzij de gemeente konden ze Nederlandse les volgen in Almere Haven en elk gezin kreeg een vrijwilliger toegewezen die hen wegwijs maakte in de Nederlandse maatschappij. De Nederlandse taal was een constante uitdaging, maar het lukte. Na in verschillende fabrieken in Almere gewerkt te hebben kreeg Alicia in 1989 een vaste, voltijdbaan in een chemisch laboratorium in Weesp. Door een bedrijfsongeval waarbij ze een chemische stof op haar gezicht en handen kreeg, raakte Alicia bijna arbeidsongeschikt vanwege haar hand. Dankzij fysiotherapie kon ze tot 2011, toen het bedrijf werd verkocht, nog drie uur per dag werken.
Alicia was een energieke persoonlijkheid die aan verschillende culturele activiteiten in haar buurt en gemeenschap deel nam. Samen met haar man was ze één van de oprichters van het Katholieke koor van Almere. En ze was actief betrokken bij activiteiten voor haar land. Ze stierf aan een hartaanval op 21 juli 2019, op de laatste dag van haar vakantie in haar thuisland El Salvador.
Contentverzamelaar
Authors
Foto's, Interview en Tekst: | Lyla Carrillo - van der Kaaden |
Tekst Redactie: | Babette Rondón |
Fotostudio website: | www.101studio.nl |