Contentverzamelaar

Contentverzamelaar

Contentverzamelaar

Delphine
“Thuis heb ik geprobeerd mijn kinderen op te voeden met het beste van beide culturen.”

Ik ben Delphine Ambe. Ik ben geboren in Acha Tugi, een dorp in Bamenda, noordwestelijke provincie van Kameroen, Centraal-Afrika.
In 1992 kwam ik naar Nederland in en in 1998 in Almere. Ik woon in de Kruidenwijk.
Dit is mijn verhaal

Ik kom uit een kleurrijk land in Centraal Afrika. Ik ben geboren in 1972 in Acha Tugi, een dorp in Bamenda, de noordwestelijke provincie van Kameroen, met meer dan 27,7 miljoen inwoners en een oppervlakte die elf keer zo groot is als Nederland. De gesproken talen zijn Frans en Engels en er zijn meer dan 200 dialecten. Ik spreek Engels, Frans en Bafut, het dialect uit het dorp van mijn vader. 

Ik kom uit een groot gezin van acht kinderen, vijf meisjes en drie jongens en ik ben de zesde in de rij. We groeiden vooral op in het Franstalige deel van Kameroen, in Yaounde, de hoofdstad. Ik ging naar een christelijke middelbare meisjesschool (Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes middelbare school) in Bamenda. Het was een kostschool waarbij je alleen voor de vakanties naar huis ging. Ik had een zeer mooie jeugd met strenge en zeer liefdevolle ouders. Tijdens de vakanties werkten we op de boerderij waar we verschillende gewassen verbouwden. Iets heel anders dan in de stad. We leefden van het land waar we wilde vruchten oogstten, allerlei soorten slangen zagen, en gewoon een zorgeloos leven leidden. 

Nadat ik op 16-jarige leeftijd de middelbare school had afgerond, verhuisde ik terug naar huis. Ik ging naar een tweetalige middelbare school van de overheid, waar ik biologie, scheikunde en wiskunde studeerde. Na twee jaar studeerde ik op mijn 18e af met een GCE Advanced level certificaat (in Nederland VWO). 

Ik wist al van jongs af aan dat ik arts wilde worden, dus na de middelbare school probeerde ik toegelaten te worden tot de universiteit van Yaoundé, maar dat lukte niet. Ik bleef thuis en dacht na over een mogelijke weg vooruit. Na een half jaar en zonder iets te bereiken of beslissingen te nemen kreeg ik een ultimatum van mijn ouders om te beslissen wat ik wilde doen en terug naar school te gaan of ik zou naar Amerika moeten gaan om bij mijn zus te blijven en mijn opleiding voort te zetten. Studeren in het buitenland was erg belangrijk voor mijn ouders, met als redenering "je diploma is overal ter wereld waardevol".  Ik wilde na de middelbare school mijn eigen weg vinden, dus het idee om naar Amerika te gaan en mijn zus als tweede moeder te hebben, was niet erg aantrekkelijk.

Mijn verhuizing naar Nederland ging sneller dan ik had verwacht. Hoe ik Nederland koos is een grappig verhaal. Mijn vader had me een wereldbol cadeau gedaan. Ik sprak met mezelf af dat ik de wereldbol zou draaien, mijn ogen dicht zou doen, en waar mijn vinger dan terecht zou komen, daar zou ik heen gaan. Mijn vinger landde in Nederland en 3 weken later had ik een visum. Ik lichtte mijn ouders in over mijn plannen, en zij gaven mij hun zegen. Mijn vader zei tegen me: "Ik weet dat je een goed hoofd op je schouders hebt en als je daar bent zal je de juiste keuzes maken en een goede toekomst voor jezelf opbouwen." Hij gaf me 600 gulden (ongeveer 272 euro) en stuurde me weg. In april 1992 landde ik op Schiphol. Ik was 19 jaar oud. 

Het eerste wat me trof was het koude weer en het feit dat de mensen heel vreemd Engels spraken. Ik dacht dat ik dood zou vriezen terwijl het volgens de Nederlanders helemaal niet koud was. Ook was ik verbaasd over het feit dat er geen overduidelijke corruptie is. Als je hier hard werkt verdien je je plek in de maatschappij. Nu, 29 jaar later, zijn er nog steeds dingen die me elke keer weer verbijsteren; één, dat Nederlanders je ergens uitnodigen en dat je aan het eind de rekening deelt en twee, dat het hier oké is om je ouders bij de naam te noemen en onbeleefd tegen ze terug te praten. In Kameroen zullen je ouders je levend villen voordat je ook maar iets van dit alles hebt geprobeerd ha-ha-ha. 

Toen ik net in Nederland aankwam, woonde ik bij een kennis in Den Haag terwijl ik probeerde toegelaten te worden tot de universiteit om medicijnen te studeren. Na heel wat moeite werd ik toegelaten tot de studie Medische biologie aan de Universiteit van Amsterdam. Het was niet mijn droomstudie, maar ik had een verblijfsvergunning nodig, dus heb ik mijn plannen bijgesteld en ben ik voor medische biologie gegaan. 

Overdag had ik een baantje als oppas en 's avonds studeerde ik Nederlands. Ik koos ervoor om geen Engels of Frans te spreken, keek alleen naar Nederlandse tv-programma's en ging overal heen met mijn woordenboek. 

Ik verhuisde naar Amsterdam in de zomer van 1993 en begon Medische biologie te studeren terwijl ik werkte om mijn school te kunnen betalen. Ik kraakte om geld te besparen op de huur. Na 3 jaar studeren verloor ik mijn interesse en kon ik het niet meer doen, de geneeskunde bleef roepen. 

Dus besloot ik over te stappen naar geneeskunde, ook aan de Universiteit van Amsterdam, en kreeg van de faculteit een jaar om mijn natuurkundediploma te halen. Ik heb mezelf tot het uiterste gedreven en dat wierp zijn vruchten af. In 1996 had ik mijn natuurkundediploma. Datzelfde jaar ontmoette ik de vader van mijn kinderen in de trein en woonde een korte tijd samen in de Jordaan in Amsterdam totdat we besloten dat Almere een betere plek was om onze kinderen op te voeden.

In 1998, toen ik zwanger was van mijn zoon, kochten we een huis in Almere Parkwijk. Alles wat we nodig hadden was in de buurt. Almere was gezinsvriendelijk, groen en een huis kopen was er goedkoper dan in Amsterdam. Ik hield al snel van de rust van deze stad en uit mijn werk komen was een heel prettig en plezierig gevoel. Het was echter een andere ervaring als soms op het schoolplein andere moeders kritiek hadden op mijn beslissing om fulltime te werken en tegelijkertijd 4 jonge kinderen op te voeden. Wat zij niet wisten was dat zij goed verzorgd werden door een lieve Jamaicaanse oppas die voor hen hun tweede oma is.

In 2013 ben ik afgestudeerd als psychiater en heb ik ervoor gekozen om te gaan werken in het Flevoziekenhuis dicht bij huis. Het is een hele reis geweest en ik ben dankbaar dat God mij door dit alles heeft gedragen. 

Elk deel van mij voelt Afrikaans, zowel thuis als op het werk, waar ik er een punt van maak om mijn collega's te onderwijzen over interculturele psychiatrie door consulten te doen voor Afrikaanse patiënten die onder hun zorg vallen. Het mooiste compliment over mijn kleurrijke kleding is wanneer op de oncologie afdeling, de patiënten zeggen: "eindelijk wat kleur in deze grijze afdeling, je kleuren zijn verfrissend".

Thuis heb ik geprobeerd mijn kinderen op te voeden met het beste van beide culturen. De Afrikaanse manier, dat is respect voor je oudste, zoals ons eten en kleding. Nederlands door meer respect voor je omgeving, openstaan voor de mening van anderen en deelnemen aan het politieke proces.

Hoewel ik fulltime werk, maak ik tijd voor mijn gezin en mijn hobby's. Ik hou van koken, ontwerpen, en naaien, haken, breien en ook werken met leer.  Ik heb een webshop met mijn creaties. 

Mijn levensmotto is "werk hard, wees nederig, heb vertrouwen en God zal naast je staan om je verder te dragen". Dit is ook wat ik probeer door te geven aan mijn kinderen.

Zoals we in het dialect van mijn vader zouden zeggen “miyah”, dank jullie wel.
 

Contentverzamelaar

Authors

Foto's, Interview en Tekst: Lyla Carrillo - van der Kaaden
Tekst Redactie: Babette Rondón
Fotostudio website: www.101studio.nl